donderdag 11 december 2008

Ambacht

In Nederland kocht ik al mijn eten bij Albert Heijn. Brood, vlees, alles. Dat is hier natuurlijk ondenkbaar. Brood haal je bij de boulanger, vlees bij de boucher. Of de charcutier. Of allebei.

De bakker en de slager zijn hier buren. Handig, zou je denken.

Nadat ik gisteren, zoals gebruikelijk, mijn pain complet en een baguette had gekocht, liep ik bij de slager binnen voor een stukje vlees. Meestal staat de vrouw van de slager in de winkel, terwijl hij achter zijn werk doet. Deze keer was het monsieur Saussay zelf die achter de toonbank stond.

Saussay, zoals altijd luid zingend, was meteen stil toen hij mij zag. Een tel later werd hij boos.

"Haal dat misselijke misbaksel uit mijn winkel!" riep hij. Ik keek hem niet-begrijpend aan. Hij wees naar mijn brood. "Weg! Weg ermee!" Hij pakte een bebloed slagersmes, veegde het af, en begon dreigend achter de toonbank vandaan te komen. Zijn gezicht was vertrokken tot een verschrikkelijke grimas. Ik deinsde angstig terug, de winkel uit.

Toen ik mijn tas buiten uit het zicht tegen de gevel had gezet en behoedzaam weer binnenliep, was hij opeens allervriendelijkst, net zoals zo'n dikke vervaarlijke gladiator in Asterix als hij opeens met gebloemde spreekballonnetjes complimentjes geeft aan zijn superieuren.

Maar wat had ik verkeerd gedaan?

Geen opmerkingen: