woensdag 4 februari 2009

Tarot

"Ik vind er niks aan zo," zei Martine toen ze haar zesde potje op rij won.

"Zullen we dan maar stoppen voor nu?" vroeg wethouder De Conneré, die ik, voor deze gelegenheid en voor deze gelegenheid alleen, Edgar mocht noemen.

We waren maar met vier man: Martine, Edgar, Khalid en ik. Dat was natuurlijk probleem numero één. Tarot hoor je met z'n vijven te spelen. Probleem twee was dat Khalid en ik niet erg goed zijn in het spel. Ik speelde het vanavond voor het eerst. De regels, en vooral de puntentelling, zijn best wel ingewikkeld.

Toen Martine vorige week door Lucien (alias Le Big Mec) werd bevrijd, was ze aanvankelijk dolgelukkig. Het heeft zelfs een landelijke krant gehaald, ergens in een middenkatern. Maar al snel bleek dat het toch allemaal niet zo mooi was als het leek. Ze was werkloos geworden: zij was namelijk de loketbediende op het postkantoor. De overval gaat onverminderd door (nou ja: verminderd met één persoon), dus ze kan niet terug naar haar oude baan.

Overdag hangt ze wat rond op het gemeentehuis, zodat De Conneré, haar vader, haar een beetje in de gaten kan houden. Het enige waar ze plezier aan heeft, is het spelen van tarot, maar het lukt haar maar niet om tegenstanders te vinden. Het werd zo erg dat De Conneré in pure wanhoop zijn ondergeschikten heeft opgetrommeld (te weten Khalid en mij: officieel valt mijn project onder zijn portefeuille, al bemoeit hij zich nooit met mij) om, in werktijd, te spelen.

Het resultaat is dat Martine zich niet beter voelt, en dat ik negen euro vijfenveertig lichter ben.

Geen opmerkingen: