woensdag 14 januari 2009

Puzzel

Vandaag een puzzeltje!

Wat is dit?



Deze staat midden in het dorp. Er is er nog eentje, aan de rand van het dorp, vlak bij Georges' huis.

De winnaar ontvangt eeuwige roem en respect in de ogen van de lezers van dit blog die het niet wisten! Het antwoord volgt in de volgende, spannende episode! Zelfde plaats, andere tijd!

zondag 11 januari 2009

Geld

In mijn pauze liep ik naar de kantine, waar Torcée op dat moment koffie aan het opwarmen was in de magnetron. Toen hij mij hoorde binnenkomen, draaide hij zich om.

"Ah, Jean, jou moest ik net hebben. Er is een anonieme donatie binnengekomen om je project te financieren."

"Oh?"

"Ja, het bedrag is nogal de moeite waard. Zo groot zelfs, dat ik me er niet voor schaam je te vertellen dat ik er wat extra belastig op heb geheven, voor eh ... onderhoud. Ja, dat is het: onderhoud. Aan ons fraaie dorp. Het budget van de gemeente is toch al niet zo groot in deze tijden van economische crisis, en je weet dat de president, die vuile ... eh, nou ja. Maar maak je geen zorgen hoor, voor jouw project is er ook nog wat over!"

"Betekent dit dat u eindelijk die mechanicaman voor me gaat inhuren?" vroeg ik.

"Eh, ja, dat zouden we natuurlijk kunnen doen. Weet je wat? Ik kom er later nog wel even op terug." Hij nam zijn koffie en verdween.

Een kwartier later kwam Hervé Lavoir, de garagiste, nonchalant het gebouw binnen wandelen, op zoek naar mij.

"Zeg, had jij niet nog een monteur nodig om je auto te modificeren? Tegen bescheiden betaling zou ik je wellicht toch kunnen helpen. Natuurlijk heb ik wel mijn onkosten, aangezien het ten koste gaat van de tijd die ik in mijn eigen garage kan werken. En mijn kinderen hebben nieuwe schoolboeken nodig, en ..."

Torcée was in de wolken toen hij hoorde dat hij geen vacature meer hoefde uit te zetten.

Niemand leek zich af te vragen waar dat geld nou eigenlijk vandaan kwam.

woensdag 7 januari 2009

Ontbijt

Vanochtend bij het ontbijt bleek mijn brood op. Slecht begin van de dag, dacht ik nog.

Het ontbijt is, volgens het cliché, de belangrijkste maaltijd van de dag. Zeker als je iemand bent die elke dag ook daadwerkelijk ontbijt, zoals ik. (Andere mensen ontbijten gewoon tijdens de lunch.) Dus niet ontbijten: slecht begin.

Maar als je dan bij de bakker komt, veel te laat volgens je knorrende maag, en er blijkt geen brood te zijn, dan gaat je dag wel achteruit. Ik stond voor een keuze: morgen weer niet ontbijten, of helemaal naar de bakker in het volgende dorp, drie kilometer verderop. Zoals ik eerder al zei: een auto is onontbeerlijk in deze contreien. En ach, zo heb ik tenminste het gevoel dat ik nuttig werk doe, met m'n auto-auto.

Uiteraard wilde ik van madame Montfort wel weten waarom er geen brood was vanochtend. Ze was maar al te bereid het me te vertellen. Slager Saussay had gisteravond, toen ze lagen te slapen, ingebroken, in het kader van de burenruzie die ze al jarenlang aan het uitvechten zijn. Hij had slachtafval door het meel gemengd. Monsieur Montfort heeft de hele dag nog wel nodig om de troep op te ruimen, en om zijn voorraad meel weer aan te vullen.

En om een streek te bedenken waarmee hij het Saussay betaald kan zetten.

zondag 4 januari 2009

Lunch

13.00u.

"... Zullen we gaan lunchen?"

"Verdomme Jan, zit me niet zo op te jagen! Je ziet toch dat ik bezig ben. Serieus, als iedereen me op deze manier blijft lastigvallen, hoe krijg ik dit project dan in vredesnaam ooit af?"

Variaties op dit thema zijn een dagelijks terugkerend ritueel tussen Christophe en mij. Zijn mate van boosheid varieert en de precieze inhoud van zijn uitval ook, maar het sentiment blijft hetzelfde.

Uiteindelijk gaat hij wel altijd mee lunchen. Hij gaat in de rij staan bij de magnetron, en ik, Nederlander, ga alvast aan een tafel zitten om mijn tartines uit te pakken. De eerste keer dat ik dat deed wisten de mensen niet wat ze zagen: hij eet bróód? en drinkt mélk? bij de lúnch!? Maar nu zijn ze er wel aan gewend.

Dit is een kleine gemeente dus iedereen die in het gemeentehuis werkt past gemakkelijk aan een tafel: Torcée, wethouder Beilte, wethouder Edgar de Conneré, Chloé en soms Lucien, soms Khalid, Christophe, ik. Dat was het wel zo'n beetje.

Christophe zit altijd te lezen aan tafel. En dan niet met het boek opengeslagen op tafel; nee, met het boek in zijn hand pal voor zijn gezicht. Je kunt altijd precies zien welk boek hij aan het lezen is, en op een goede dag kun je de achterflap lezen ook.

In het begin heb ik een keer iets van gezegd: "Ik weet niet hoe het bij jou thuis vroeger zat, maar ik mocht nooit lezen aan tafel van mijn moeder. Behalve als zij het zelf ook deed."

Dat had ik beter niet kunnen zeggen.

woensdag 31 december 2008

Diner

Georges, mijn huisbaas-buurman, vindt dat ik te weinig gasten ontvang. Om dat te remediëren heeft hij een aantal mensen, onder wie ondergetekende, uitgenodigd voor het diner. Het was een groot offer voor hem, zo zei hij, om voor zo'n grote groep mensen een feestelijke maaltijd te serveren. Hij is immers de jongste niet meer, en ook niet de rijkste. Maar hij doet het met liefde en speciaal voor mij.

Dat zei hij om mij me schuldig te laten voelen.

In verband met de kerstdagen is de leeftijdscategorie 18-38 teruggekeerd naar het dorp, en Georges heeft ze allemaal uitgenodigd. Volgende week gaan ze allemaal weer terug naar hun respectievelijke uithoeken van het land, dus ik geloof niet dat Georges het deed opdat ik mensen leer kennen in het dorp. Nee, volgens mij deed hij het gewoon voor Timothée en Lucie, zijn kinderen. Het zijn hun vrienden.

Zo waren daar Alain, de zoon van de bakker, en Fleur, de dochter van de slager. Iedereen weet (en kan zien) dat zij een stelletje zijn.

"Maar vertel dat alsjeblieft niet aan mijn vader," drukte Fleur me op het hart.

"Of aan de mijne," voegde Alain eraan toe. "Het zou de ruzie alleen maar erger maken."

Ruzie. Dat verklaart waarom de slager laatst zo heftig reageerde op dat brood dat ik mee zijn winkel in nam.

De dochter van de garagiste heet ook Fleur.

"Ik was er eerder hoor!" vertelde ze. "Saussay, die stomme slager, heeft de naam gejat van mijn ouders."

Julien, de zoon van de slager, werd door iedereen een beetje gemeden, ook door zijn zus. Na even met hem gesproken te hebben tijdens het aperitief wist ik waarom. Ik heb mijn best gedaan om tijdens het diner naast iemand anders te gaan zitten: Olivier Torcée was gelukkig wel aangenaam gezelschap.

O en het voedsel was ook erg aangenaam gezelschap.

woensdag 24 december 2008

Kerstaflevering

Om elf uur gaat de straatverlichting uit. Dan zie je de sterren.

Gisteravond, toen ik naar bed wilde gaan, hing er een schilderijtje op de plek waar normaal mijn raam is. Een schilderijtje van de Grote Beer. Ik ben naar buiten gelopen en heb misschien wel een halfuur naar boven gekeken.

Ik had nog nooit de Melkweg gezien. Hij is inderdaad melkig.

In Nederland is overal licht, ook 's nachts, en zeker in de stad. Hier is het na elf uur pikdonker. En wat je dan ziet is adembenemend. Nu snap ik wat ze bedoelen met lichtvervuiling.

Als ik een driewijze was, zou ik niet weten welke ster ik moest volgen; ze zijn allemaal zo helder.

zondag 21 december 2008

Superheld

Ik kwam Lucien weer tegen in het café. Hij zat met een schetsboek voor z'n neus, superheldenoutfits te tekenen. Ik ging naast hem zitten.

"Wat denk je van Maximan?" vroeg hij.

"?"

"Als naam voor mijn geheime identiteit, als superheld."

Ik legde hem uit dat "Maximan" juist zijn publieke identiteit zou zijn, en "Lucien" zijn geheime. Alhoewel ik al wist dat hij Lucien is en dat het geheim daarmee bij voorbaat niet meer geheim was. Tenzij ik mijzelf ook een publieke identiteit zou aanmeten en zijn aartsvijand zou worden natuurlijk.

Daar was hij het wel mee eens.

"Overigens vind ik Maximan een stomme naam," zei ik. "Wat denk je van Le Big Mec? Die naam heb ik eens in een stripboek gelezen."

Hij zou erover nadenken.