woensdag 17 december 2008

Wandeling

Van de week besloot ik via een omweg naar huis te lopen. Christophe was weer eens boos geworden om niets, en ik wilde even uitwaaien. Zonder dat ik er erg in had, voerde mijn weg me langs het postkantoor. Dat van de overval. Natuurlijk moest ik even naar binnen kijken; het is niet elke dag dat je een gijzeling van dichtbij kunt bekijken.

Nou ja, dat kan dus wel hier. Maar toch.

Ik weet niet wat ik verwachtte te zien. Mensen, angstig zittend tegen de muur, terwijl de gemaskerde overvaller met zijn wapen zwaait. Misschien zijn de gijzelaars wel vastgebonden. Misschien is er wel eentje gewond!

Niets van dat al. Ze zaten met z'n vijven om de tafel. Lachend, vrolijk. Ik kon niet eens zien wie van hen de overvaller was, en wie de gijzelaars. Te kaarten. Tarot, zo te zien. Voor ik er zelf erg in had, zwaaide ik naar ze. Een van hen zag me, en zwaaide terug.

"Jean!"

Enigszins verbaasd liep ik verder. Zo horen gijzelingen toch niet te gaan? Ik had niet eens een wapen gezien!

"Jean!" Ik draaide me om. Het was een van de hangouderen op het kerkplein die me riep. De man met de baret; de sympathieke. Hij was me tegemoet gekomen.

"Jean. Of is het Yann?" Hij kende mijn naam, maar ik had hem nog nooit gesproken! Alleen af en toe hallo. Nou ja, in een dorp als dit kun je niet lang geheimen bewaren, zeker als ze niet geheim zijn natuurlijk.

"Eh."

"Jean. Ik heb liever niet dat je naar ze zwaait."

Nog voordat ik eraan dacht waarom te vragen, stond hij alweer te jeu-de-boulen met zijn vrienden. In gedachten verzonken kwam ik thuis.

zondag 14 december 2008

Afstand

Ken je dat, als je ergens heel intensief mee bezig bent, dat je er niet meer objectief over kunt redeneren? Je zit er te dicht op, en moet afstand nemen om het geheel te kunnen overzien. Het nemen van die afstand kan best lastig zijn. Soms heb je iemand anders nodig om je ertoe te dwingen.

Hein vroeg me vorige week wat ik zo leuk vind aan Frankrijk. Het is een goede vraag, waar ik gek genoeg geen goed antwoord op heb. Het zit in me, maar waarom het in me zit, weet ik niet. Ik zit ook in me, dus ik zit er heel dicht bovenop. Ik zou een stap terug moeten nemen van mezelf om het goed te kunnen zien.

Ten eerste wil ik zeggen dat ik in Frankrijk woon. Niet in Parijs. Frankrijk en Parijs zijn twee verschillende landen, en eenieder die zijn mening over Frankrijk baseert op uitsluitend Parijs of uit Parijs afkomstige mensen, nodig ik uit om een keer echt naar Frankrijk te gaan. En ook niet naar zo'n toeristenhol in de Alpen of de Dordogne; die tellen gewoon als Nederland.

Ik kan niet zeggen dat het de mensen zijn die in Frankrijk op de een of andere manier beter of anders zijn dan in Nederland, want dat zijn ze niet. Christophe is gewoon een eikel. Goed, ze zijn hier inderdaad een stukje chauvinistischer dan in Nederland, maar Nederlanders lijden aan hun eigen nationale waanbeelden die Nederlandse Nederlanders in Nederland niet zien omdat ze eerst een stapje uit Nederland moeten nemen.

Wat trekt mij dan wel?

Het landschap is mooi. Frankrijk heeft alles: bergen, zee, stad, horizon. Nederland heeft eigenlijk alleen maar zee en stad.

De taal vind ik prachtig: heel vloeiend, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Duitse staccato, en muzikaal, maar zachter dan het Italiaans. Het heeft complexe uitspraakregels die mijn informaticahart aanspreken, maar zonder Engelse willekeur.

De muzikaliteit van de taal maakt haar natuurlijk uitermate geschikt voor Franstalige poëzie en muziek. Vooral van dat laatste ben ik een groot liefhebber. De Franse muziek in het bijzonder, en de Franse cultuur in het algemeen, trekken aan mij.

Ik zal, tijdens de loop van dit blog, proberen stapjes terug te nemen van mezelf (zonder buiten mezelf te treden), en het jullie laten weten als ik daarbij iets interessants ontdek.

donderdag 11 december 2008

Ambacht

In Nederland kocht ik al mijn eten bij Albert Heijn. Brood, vlees, alles. Dat is hier natuurlijk ondenkbaar. Brood haal je bij de boulanger, vlees bij de boucher. Of de charcutier. Of allebei.

De bakker en de slager zijn hier buren. Handig, zou je denken.

Nadat ik gisteren, zoals gebruikelijk, mijn pain complet en een baguette had gekocht, liep ik bij de slager binnen voor een stukje vlees. Meestal staat de vrouw van de slager in de winkel, terwijl hij achter zijn werk doet. Deze keer was het monsieur Saussay zelf die achter de toonbank stond.

Saussay, zoals altijd luid zingend, was meteen stil toen hij mij zag. Een tel later werd hij boos.

"Haal dat misselijke misbaksel uit mijn winkel!" riep hij. Ik keek hem niet-begrijpend aan. Hij wees naar mijn brood. "Weg! Weg ermee!" Hij pakte een bebloed slagersmes, veegde het af, en begon dreigend achter de toonbank vandaan te komen. Zijn gezicht was vertrokken tot een verschrikkelijke grimas. Ik deinsde angstig terug, de winkel uit.

Toen ik mijn tas buiten uit het zicht tegen de gevel had gezet en behoedzaam weer binnenliep, was hij opeens allervriendelijkst, net zoals zo'n dikke vervaarlijke gladiator in Asterix als hij opeens met gebloemde spreekballonnetjes complimentjes geeft aan zijn superieuren.

Maar wat had ik verkeerd gedaan?

zondag 7 december 2008

Mail

Ik kreeg een mail van Hein:

hey jan,

hoe gaat het met je auto auto?? je hebd toch nog geen on gelukken veroorzaakt haha je blog is erg leuk, balen dat je zo slecht internet hebt man maar waar om ga je dan ook in vredesnaam zo achterafgelegen wonen???/ ik snap niet wat er nou zo leuk is aan frankrijk

sinter klaas is net weer het land uit die heb jij dus gemisd. ik heb guitar hero gekregen voor mn ds

hey groot nieuws ik heb een baan gevonden!!!1 ik ga werken bij een bedrijf dat games ontwikkelt jammer dat je niet meer in de randstad woond anders had ik bij je kunnen logeren tot ik woon ruimte gevonden heb haha

-heinz

Hein is niet zo goed in de d's en de t's. En in de interpunctie.

woensdag 3 december 2008

Generatiekloof

In dit dorp ontbreekt een generatie.

Er woont hier bijna niemand tussen de achttien en achtendertig; van mijn leeftijd. Ik ken er welgeteld twee: Khalid, over wie ik al eerder heb geschreven, en Chloé, dochter van wethouder Beilte. Zij is koffiejuffrouw op het gemeentehuis, of manager municipale dienstverlening-facilitair, zoals ze zelf graag haar functie omschrijft.

De rest is allemaal uit studeren in de grote stad, een grote stad, ergens in het land. Grootouders, ouders en kleine broertjes en zusjes blijven achter.

Gevolg is, dat er voor mensen van mijn leeftijd weinig te beleven valt hier. Maar er is een café en daar ga ik af en toe heen. Laatst kwam ik er zelfs een generatiegenoot tegen!

Lucien, de jongste telg uit het gezin-Beilte, heeft zijn draai in het leven nog niet helemaal gevonden. Hij heeft niet gestudeerd en woont bij zijn ouders. Gedurende een uurtje of twee per week is hij manager municipale dienstverlening-IT. Verder sport hij als een maniak.

Omdat ik niks beters te doen had, ben ik 'm eens gaan uithoren over zijn ambities. Daarvan heeft hij er precies één: hij wil superheld worden.

zondag 30 november 2008

Connectiviteit

Vroeger had ik een rijk sociaal leven op internet. Nu ben ik weer terug bij dial-up. Wat had ik dan verwacht, in een land waar ze de telefoonkabels nog bovengronds spannen?

Kabel heb je niet op het platteland, ook niet voor tv. Dat heeft wel als voordeel dat ik niet hele avonden achter de tv verdoe; zappen tussen zes zenders doe je ook maar zo lang.

ADSL valt ook af. Alhoewel je overal telefoonkabels ziet hangen, is de dichtsbijzijnde centrale te ver weg om een goed internetsignaal te krijgen. Of is dit dorp te ver weg van de centrale?

Internet via de satelliet, dat zou nog kunnen. Maar dat is schreeuwend duur. Of internet via het mobieletelefoonnetwerk. Maar dat is schreeuwend duur. Dus dan komen we toch weer terug bij de telefoonkabels: ouderwets inbellen. Dat is ook schreeuwend duur. Maar wel makkelijk.

Geen YouTube, geen tv, geen snel internet ... wat dan wel? Welnu, ik lees een boek. Ik mail met Hein en de rest van het thuisfront. En ik schrijf dit blog. Alleen het plaatsen van de stukjes op de site blijft vervelend. Misschien toch nog maar eens naar zo'n satelliet kijken.

donderdag 27 november 2008

Mechanicaman

Auto's evolueren steeds meer van grote brokken mechanica naar software op wielen. Het ligt voor de hand te denken dat de zelf-rijdende auto een volgende stap is in deze evolutie. En dat is ook zo. Maar er is nog steeds mechanica nodig om enen en nullen te vertalen naar gas, rem en stuur.

Je hebt tegenwoordig auto's die zichzelf kunnen parkeren, waarvoor dit vertaalprobleem al is opgelost. Maar deze auto's gebruiken wat we in softwareland een closed-source API noemen; die kunnen we niet gebruiken. We moeten zelf iets verzinnen.

Geconfronteerd met de vraag waar de beloofde mechanicaman was die burgemeester Torcée voor dit project zou inhuren, ontweek hij schuldbewust mijn blik en begon mompelend de paperassen op zijn bureau te sorteren. Vergeten. Oeps.

Misschien dat Hervé Lavoir, de garagiste, me voorlopig kan helpen?

Lavoir is de uitbater van de enige Citroëngarage in de regio: Monsieur Pneu. Haha. Ik ben hem gaan opzoeken; hij was niet van zins me te helpen. Binnen vijf minuten stond ik weer buiten.

Wat nu?